Intuïtief versus wetenschappelijk denken

Intuïtief versus wetenschappelijk denken kennis wetenschap waarheid Complottheorieën feilbaarheidsbeginsel empirie gemeenschap denkfouten

Mensen hebben in wezen twee verschillende systemen om kennis over hun omgeving en de wereld te verzamelen: een intuïtief en een systematisch denksysteem. Beide kennissystemen, intuïtief versus wetenschappelijk denken, werken samen. Beide kennissystemen zijn noodzakelijk voor ieder mens.

Automatische, intuïtieve processen

Veel van onze aandacht voor onze omgeving, en de selectie en interpretatie van gebeurtenissen gebeurt razendsnel en automatisch. Voor een effectief functioneren en overleven zijn snelle reacties essentieel. De evolutie van onze hersenen en onze sociale ervaring maakt een dergelijke snelle intuïtieve reactie mogelijk.

Veel auteurs schrijven over de systematische denkfouten die een nadeel zijn van dit snelle denken. Maar het feit blijft ook overeind dat het snelle intuïtieve denken in veel alledaagse situaties onontbeerlijk is. Het intuïtieve system is van grote waarde bij beslissingen, die snel moeten worden genomen, of beslissingen die zeer complex zijn.

Ook is het intuïtieve system zeer waardevol als men een expert is op een bepaald gebied en jarenlang kennis en ervaring heeft verzameld.

Maar een nadeel van het intuïtieve systeem is, dat het niet geschikt is voor gemeenschappelijke waarheidsvinding.

Gemeenschappelijke waarheidsvinding moet individuele, subjectieve meningen overstijgen. Ook al ben jij subjectief van iets overtuigd, moet je voor anderen jouw persoonlijke mening met feiten onderbouwen. Voor communicatie met anderen en maatschappelijke erkenning meer is nodig dan intuïtie, tenminste als deze anderen niet sowieso van tevoren jouw mening al delen.

De parabel van de olifant

Beroemd op het gebied van subjectieve waarheidsvinding is het verhaaltje van de olifant. Als je heel klein bent of als je blind bent of van dichtbij kan je alleen een deel van de olifant zien. Je denkt dan dat jouw eigen waarneming de olifant beschrijft.

Probleem van de subjectiviteit
Probleem van de subjectiviteit

We zien als individu zelden de hele waarheid. Als we nederig blijven en de ervaring van anderen accepteren, geven we onszelf de kans om iets meer te leren.

Wetenschappelijk denken: samen de waarheid vinden

Het is belangrijk om te weten dat wetenschap een inspanning van de gemeenschap is, die een systeem van checks and balances op het proces van waarheidsvinding bouwt dat helpt om vooroordelen te corrigeren en fouten en fraude op te sporen.

Intuïtief versus wetenschappelijk denken kennis wetenschap waarheid Complottheorieën feilbaarheidsbeginsel empirie gemeenschap denkfouten

In het boek “The Constitution of Knowledge” (2022) beschrijft Jonathan Rauch de twee regels die het vinden van de “objectieve waarheid” of van feiten mogelijk maken. Het zijn de regels van de moderne wetenschap en het wetenschappelijk denken, maar ook van de rechtsspraak, van kwaliteitsjournalisme, van de democratie, en zelfs van bepaalde online systemen zoals Wikipedia. Waarheid ontstaat door intens debat in sociale systemen. Geen van deze sociale systemen is onfeilbaar- onfeilbaarheid bestaat niet onder mensen. Maar komt men stapsgewijs dichter bij de waarheid. Op den duur wordt de realiteit goed benaderd, al zijn individuen zoals wetenschappers, rechters of politici feilbaar en soms ook ronduit corrupt. Maar de regels van de realiteitszoekende menselijke gemeenschap hebben een sterk zelfreinigend vermogen. En de kwaliteit groeit sterk als de waarheidszoekende gemeenschap zo divers mogelijk is.

De puzzle van de voorlopige waarheid

Wetenschappelijke conclusies zijn altijd voorlopig. Elk onderzoek is een stukje van een grotere puzzel (zie de olifant) die duidelijker wordt naarmate er meer stukjes op hun plaats vallen. Maar wetenschap biedt geen absolute zekerheid – het vermindert de onzekerheid naarmate het bewijs zich opstapelt. Dit is geen fout. Het is een kenmerk. Er is altijd de mogelijkheid dat we het mis hebben, dus we moeten onszelf openstellen om van gedachten te veranderen met nieuw bewijs.

Regel 1: feilbaarheidsbeginsel (fallibilisme)

 kennis wetenschap waarheid Complottheorieën feilbaarheidsbeginsel empirie gemeenschap denkfouten

Ons denken is principieel feilbaar, zoals de beroemde psycholoog Kahneman heeft vastgesteld. Elk individu maakt denkfouten. Niemand heeft het laatste woord wat de echte feiten zijn, of wat de objectieve waarheid is. Een uitspraak kan alleen dan een feit zijn of worden als deze uitspraak later in principe kan worden ontkracht. Uitspraken die niet getoetst kunnen worden – zoals dat er een God is – horen niet bij het domein van feiten die vastgesteld kunnen worden. Ook is een bewering geen feit meer als er nieuwe kennis beschikbaar is die de bewering ontkracht. Weten en feiten zijn dus nooit af, nooit voor altijd waar. Waarheid is geen toestand, maar een sociaal interactief proces van waarheidzoeken. Feiten hebben altijd een voorlopig karakter. Dat betekent ook, dat er een bepaalde nederigheid is gevraagd. Voor denkfouten als de confirmation bias (bevestiging voor eigen gelijk zoeken) is in een feitengebaseerde gemeenschap geen plaats. Je moet uitgaan van je eigen en andermans feilbaarheid en je mag en moet op je eigen én andermans fouten jagen.

Wetenschapsontkenning

wetenschapsontkenning
wetenschapsontkenning -Science Denial

Het feit dat wetenschappelijke kennis principieel nooit af is, nooit voor altijd waar is wordt gretig aangegrepen door wetenschapsontkenners. Veel ontkenners geloven dat zij echte “sceptici” en kritische denkers zijn die de strengheid van de wetenschappelijke methode omarmen. Ze beweren dat ze bewijs willen, maar ze stellen een onmogelijk hoge norm van absolute waarheid die nooit gehaald kan worden. In de wetenschap is kritisch en sceptisch denken inderdaad essentieel, maar absoluut feitelijk bewijs is geen belofte van de wetenschap. De wetenschap gaat over een sociaal proces met bepaalde regels: feilbaarheidsbeginsel en empirische falsifieerbaarheid.

Regel 2: Empirische falsifieerbaarheid

Intuïtief versus wetenschappelijk denken kennis wetenschap waarheid Complottheorieën feilbaarheidsbeginsel empirie gemeenschap denkfouten

Niemand kan iets beweren alleen op grond van autoriteit. Een stelling is alleen dan een erkend feit, als de methode die wordt gebruikt om dit te controleren altijd en overal hetzelfde resultaat oplevert. Als een ander persoon de stelling toetst moet deze poging hetzelfde resultaat opleveren. Een willekeurige ander moet dus feiten altijd kunnen toetsen. Dat betekent automatisch dat pure intuïties geen plaats hebben bij het zoeken van feiten. intuïties zijn subjectief en niet herhaalbaar door een willekeurige ander. Logische redeneringen of experimenten daarentegen zijn toegankelijk voor toetsing door anderen.

Voorbeeld uit de wetenschapsgeschiedenis: zwaartekracht

De zwaartekrachttheorie van Newton werd eeuwenlang beschouwd als definitief maar bleek later toch niet te kloppen. Het bleek een speciaal geval te zijn van een universelere theorie: de algemene relativiteitstheorie van Einstein. Het sociale systeem van de waarheids- en feitenzoekende gemeenschap heeft dit uiteindelijk kunnen vaststellen. …Totdat nieuwe kennis op een dag ook de relativiteitstheorie revideert….

Complottheorieën

 kennis wetenschap waarheid Complottheorieën feilbaarheidsbeginsel empirie gemeenschap denkfouten

Samenzweringen bestaan. Echt. Watergate, de samenspanning van de tabaksindustrie om het verband tussen roken en kanker te verdoezelen, en het NSA-programma van George W. Bush om in het geheim internetgebruikers te bespioneren… Dit zijn allemaal voorbeelden van echte samenzweringen, die met maatschappelijk erkende methodes zijn vastgesteld.

Kritisch denken tegenover de macht is belangrijk. In meer of mindere mate hebben veel mensen het gevoel, dat achter de coulissen in de “achterkamers” complotten worden bedacht.

Problematisch wordt een complottheorie pas dan, als deze geen vermoeden of hypothese meer is. Als deze hypothese zonder empirisch, logisch of wetenschappelijk bewijs als waar wordt beschouwd en verdedigd.

De methode van denken en argumenteren achter complottheorieën verschilt sterk van het wetenschappelijk denken. Feilbaarheidsbeginsel en empirische falsifieerbarheid spelen bij complotdenkers geen rol. Intuitie en zelfbevestiging staan voorop. De belangrijkste denkwijze is bevestiging van het eigen gelijk.

Ook bij wetenschappers komt deze zelfbevestigingsfout voor, het is een denkfout die diep menselijk is. Het probleem met samenzweringstheorieën ontstaat ook pas dan, als een intuïtief en subjectief waar bevonden theorie voor objectief waar wordt aangenomen onafhankelijk of er nu wel of geen bewijs is. Dan ligt deze theorie buiten het bereik ligt van toetsing of weerlegging door wetenschappers en trouwens ook andere wetenschapsontkenners (complottheoretici zijn het vaak oneens met de complottheorieën van ander samenzweringsdenkers!). Bij complotdenkers kom een hoog niveau van intuïtief denken samen met bijzonder weinig kennis over objectieve feiten. Het resultaat is zelfoverschatting.

Complottheorieën en wetenschappelijk denken

We zouden een complottheorie kunnen definiëren als een verklaring die verwijst naar verborgen, krachten die een kwaadaardig doel nastreven. Een complottheorie is daarbij niet gebaseerd op empirisch bewijs, zoals bewijs in de “waarheidszoekende gemeenschap” (Jonathan Rauch) van wetenschappers, journalisten of juristen gedefinieerd is. Een complottheorie is niet gebaseerd op wetenschappelijk denken, maar op intuïtie en subjectieve meningen. Deze theorieën kunnen best serieus worden genomen – maar dan als subjectief en intuitief. De subjectieve en intuïtieve wereld verschilt echter van wat onze samenleving als gemeenschappelijke waarheid ziet. De gemeenschappelijke, gedeelde waarheid, die samenlevingen op de hele aarde rijk en welvarend heeft gemaakt, is niet gebaseerd op intuïtie, maar op empirie en wetenschap. De moderne relativiteitstheorie, zonder die onze moderne wereld onmogelijk was, is bijvoorbeeld intuïtief niet te bevatten, net als bijna alle moderne wetenschappelijke kennis.

Literatuur

Bowes, S. M., Costello, T. H., & Tasimi, A. (2023). The conspiratorial mind: A meta-analytic review of motivational and personological correlates. Psychological Bulletin.

Light, N., Fernbach, P. M., Rabb, N., Geana, M. V., & Sloman, S. A. (2022). Knowledge overconfidence is associated with anti-consensus views on controversial scientific issues. Science Advances8(29), eabo0038.