Veel mensen hebben last van psychische klachten zoals depressies zonder dat er sprake is van een echte “stoornis” (diagnose DSM). Bij bijna al deze mensen spelen leefstijl-factoren zoals bewegen, eten en slapen een rol, zelfs al worden de klachten niet primair hierdoor veroorzaakt. Maar mensen die niet lekker in hun vel zitten, bewegen, eten en slapen als gevolg van hun primaire klachten vaak slechter. Daardoor ontstaat een vicieuze cirkel: het lichaam maakt stresshormonen (cortisol) aan, die de klachten verergeren of in stand houden. Leefstijl-interventies kunnen helpen om dit te overkomen.
Auteur: Maria Trepp
Welzijn en intrinsieke motivatie
Als psycholoog, docent en coach interesseer ik me voor de motivatie van mensen. Hoe kan de intrinsieke motivatie, dus de innerlijke drive van mensen, het beste worden ondersteund?
Inleiding
Intrinsieke motivatie is de liefde voor de taak zelf – iets doen omdat het interessant, plezierig, bevredigend, boeiend of persoonlijk uitdagend is. Intrinsieke motivatoren zijn hierbij interesse, plezier, of de tevredenheid en de uitdaging van het werk zelf. Men heeft hierbij geen ander doel voor ogen dan de taak, en men hoeft deze taak ook niet per se goed uit te voeren. De voldoening ligt in het gedrag zelf.
Lees verder “Welzijn en intrinsieke motivatie”Betere zelfkennis
Hoe kennen we ons zelf en hoe nauwkeurig is onze zelfkennis?
Introspectie en zelfreflectie
Een manier om zelfkennis op te doen is introspectie, het “naar binnen kijken”: stilstaan en interne toestanden waarnemen, zowel mentale als ook emotionele. Dit soort introspectie lijkt de eenvoudigste en meest voor de hand liggende manier te zijn om zelfkennis vergroten. Het lijkt vanzelf te spreken dat iedereen zichzelf het beste onder de loep kan nemen en nadenken over de redenen voor de eigen gevoelens of gedragingen. Maar onderzoek laat zien dat mensen zichzelf vaak minder goed kennen dan ze denken.
Lees verder “Betere zelfkennis”Compassie is meer dan empathie
Veel mensen beschouwen empathie als altijd goed en voorbeeldig. Maar er is ook empathie-kritiek van vooraanstaande psychologen en filosofen, die pleiten voor meer compassie.
Empathie-kritiek
In aansluiting aan de psycholoog Paul Bloom pleit ook de Nederlandse filosoof Ignaas Devisch tegen een overschot aan (emotioneel gebaseerde) empathie en voor een meer cognitief gebaseerde compassie:
“…doen wat goed aanvoelt vanuit je empathisch vermogen is niet noodzakelijk gelijk aan zo goed mogelijk doen”
Inlevingsvermogen, biologische basis en hersenen
Lees verder “Compassie is meer dan empathie”Emotiekennis en emotieregulatie
Belangrijk deelaspect van emotionele intelligentie: emotiekennis
Emotionele Intelligentie is een begrip uit de populaire psychologie. Dit begrip wordt ook ondersteund door veel academisch onderzoek, al staat nog niet helemaal vast welke eigenschappen of competenties wel of niet bij het overkoepelend begrip “emotionele intelligentie” horen.
In haar boek How Emotions Are Made: The Secret Life of the Brain schrijft de bekende emotieonderzoeker Lisa Feldman Barrett over een belangrijk deelaspect van emotionele intelligentie: emotiekennis, in het Engels genoemd “emotion knowlegde” “emotion differentiation” of bij Barrett “emotional granularity”.
Wat is emotiekennis?
Emotiekennis is kennis en begrip van de eigen emotionele ervaringen. Zo vormt het aantal verschillende emoties die een persoon kan onderscheiden haar kennis van de emotie.
Iemand met hoge emotiekennis kan onderscheid maken tussen emoties die allemaal binnen hetzelfde niveau van valentie en opwinding vallen, en benoemt ervaringen met verschillende emotiewoorden. Iemand met minder emotiekennis beschrijft de eigen emoties in globale termen, meestal van plezier of ongenoegen.
Lees verder “Emotiekennis en emotieregulatie”Verander eetgewoontes in kleine stappen
Veel mensen willen graag beter en gezonder eten, maar vinden het heel moeilijk om de adviezen voor beter eten te volgen. Eetgewoontes zijn lastig te veranderen, met name als men probeert dingen NIET meer te eten, die men lekker vindt.
De wetenschap is heel duidelijk over wat gezond is voor lichaam en geest: een mediterraan dieet met veel groente, noten en vis, plantaardige olie en weinig vlees.
Deze voedingswijze is ook goed voor de planeet omdat vlees, met name rood vlees, bijdraagt tot uitstoot van opwarmingsgassen.
Gedragsverandering
Verandering van gedrag en ingesleten gewoontes gebeurt het best met kleine stappen. Kies één kleine gewoonte, waarvan je denkt dat je die relatief makkelijk elke dag kunt uitvoeren. Het beste kan je hierbij iets kiezen dat je extra erbij eet, bijvoorbeeld een extra stuk fruit tussen ontbijt en lunch. Of een handvol noten tussen lunch en avondeten.
Dit is een kleine stap, die vrijwel altijd lukt. Markeer op een kalender de dagen waar je extra gezonde voeding hebt toegevoegd.
Het toevoegen van gezonde voeding is veel makkelijker dan het weglaten van ongezonde voeding. Toch verschuift hierdoor de aandacht en de gewoonte naar gezonder eten en voelt men minder snel weer trek naar ongezond sterk bewerkt (ultra-processed) fabrieksvoedsel. Let op: Ultrabewerkt voedsel verstoort normale eetlustregulatie.
Een gezonde leefstijl verlengt niet alleen het leven, maar ook de gezonde levensjaren met 8-10 jaar.
De gevolgen van ongezonde voeding:
Nieuwe gewoontes
Als je de nieuwe gewoonte hebt toegevoegd en je dit een paar weken lang hebt volgehouden (ik zou zeggen minimaal 3 weken) en je denkt het ook daarna nog te kunnen volhouden, begin je aan toevoeging van een tweede gezonde gewoonte. Een stuk fruit, noten, magere yoghurt of extra salade toevoegen. Ook dit weer in de kalender noteren, zodat een overzicht krijgt over sucessen en obstakels..
Laat je inspireren door video’s en recepten met mediterrane voeding en groenterecepten, bijvoorbeeld van het voedingscentrum.
Op deze manier kan je geleidelijk gezonde gewoontes toevoegen, die langzaam je eetlust en je eetgewoontes veranderen.
Emotionele stabiliteit en persoonlijkheid
In een video van de “Universiteit van Nederland” met de titel “Met welke persoonlijkheid heb je het meeste succes op de werkvloer?” legt arbeids- en organisatiepsycholoog Kilian Wawoe de Big Five persoonlijkheid sdimensies uit.
Lees verder “Emotionele stabiliteit en persoonlijkheid”Betrokken vaders, zorgzame mannelijkheid
Weinig zoogdieren hebben mannetjes die hun nakomelingen verzorgen. Ook bij mensen spreekt het nog niet van zelf, dat de vader een actieve en betrokken rol speelt.
Gelukkig zien we het steeds vaker: betrokken vaders, zorgzame mannelijkheid. Het gedrag van mannen is in de afgelopen decennia langzaam verschoven van nadruk op kostwinnersfunctie naar meer zorgzamheid, met name wat vaderschap betreft.
Lees verder “Betrokken vaders, zorgzame mannelijkheid”
Erik Eriksons levenslooptheorie
De psychosociale ontwikkelingstheorie van Erik Erikson
De psychosociale ontwikkelingstheorie van Erik Erikson is nog steeds actueel.
Er verschijnt regelmatig nieuw onderzoek omtrent deze theorie, bijvoorbeeld in het gezaghebbend tijdschrift Developmental Psychology. Hier wordt het psychosociale model van Erikson wordt gebruikt in een longitudinale studie met volwassen proefpersonen van middelbare en hoge leeftijd (zie hieronder). Nu “ontwikkelingspsychologie” vaak“levenslooppsychologie” betekent, zijn de theorieën van Erikson bijzonder relevant. Onderzoekers vinden dan ook veel empirische steun gevonden voor zijn concepten. Dit is opmerkelijk, omdat empirische onderbouwing voor psychodynamische concepten vaak ontbreekt, en Eriksons model behalve door de psychoanalyse ook door de literatuur (geen empirisch vak zou men denken) werd geïnspireerd:
Eriksons opleiding
Erik Erikson was een psychoanalyticus gespecialiseerd in kinderen, opgeleid bij Anna Freud in Wenen. Ook had een hij een Montessori-opleiding, die hem inspireerde de ontwikkeling van kinderen verder te bestuderen en het psychoanalytisch denken te verrijken. Nadat hij in de jaren dertig vanwege het opkomende nazisme naar de VS emigreerde werd hij daar een beroemde kinderanalyticus. Hij begon zich voor antropologie te interesseren nadat hij contact had gemaakt met Margaret Mead, Gregory Bateson en Ruth Benedict. De antropologische invloed is in al zijn schriften sterk herkenbaar.
Publicaties
In 1950 verscheen zijn beroemde boek Childhood and Society (Kind en samenleving) waar hij zijn acht stadia van de psychoseksuele ontwikkeling en zijn concept van de identiteitscrisis beschrijft. Kind en samenleving is een leesbaar en belangrijk boek, waar Erikson het model van Freud verbreedt en verdiept. Het gedachtegoed en de terminologie van Freud zijn hierbij nog sterk herkenbaar.
Erikson en Freud
Echter spelen bij Erikson sociale, maatschappelijke en interpersoonlijke aspecten en persoonlijke groei en integratie een veel grotere rol dan bij Freud. Erik Erikson bewerkte (samen met zijn vrouw Joan Erikson) het model van Freud en paste het toe op latere levensfasen. Hij ontwikkelde het eerste model van de levenslooppsychologie. Anders dan Freud spreekt Erikson niet van trauma’s maar van een crisis, van een bepaald karakteristiek conflict in elke levensfase. Dit conflict is niet intrapsychisch veroorzaakt zoals bij Freud, maar vindt plaats tussen individu en omgeving of samenleving. Maar het psychosociaal conflict kan wel een innerlijk conflict zijn, en hoeft niet de vorm van een sociale tegenstelling te hebben. Problemen ontstaan als een persoon de bij het stadium horende vraagstelling of ontwikkelingstaak niet positief kan oppakken.
Mentale weerbaarheid
Mentale weerbaarheid is een belangrijk begrip in gezondheidsbevordering en het gezondheidsbeleid van de rijksoverheid. Het Trimbos-Instituut hanteert een definitie van mentale weerbaarheid, die volledig aansluit bij een succesvol doorlopen van de psychosociale stadia van Erikson:
“We zien mentale weerbaarheid als de cognitieve, emotionele en sociale vaardigheden die iemand in staat stellen een zinvol, lerend en productief leven te leiden en succesvol verschillende sociale rollen en functies te vervullen gedurende de verschillende stadia in diens levensloop (naar Foresight [5]) Foresight Mental Capital and Wellbeing Project)”
Erik Eriksons stadia van psychosociale ontwikkeling
Seven stages of man
Zeven ontwikkelingsstadia
Kindheid
In het eerste levensjaar gaat het om het opbouwen van fundamenteel vertrouwen. Als ouders een kind liefdevol verzorgen, lichamelijk en sociaal (spel, goede interactie), ontwikkelt het een basisvertrouwen. Consistente en liefdevolle aandacht leggen de basis voor een goed zelfvertrouwen en een vertrouwen in de wereld.
In de peuterjaren gaat het om autonomie. Het kind kan en wil nieuwe dingen doen en testen. Hiervoor moeten ouders het kind vrijheid maar ook goede steun geven, zodat het kind niet te veel slechte ervaringen maakt en angstig wordt.
In de kleutertijd ontwikkelt het kind steeds meer eigen initiatief. Ook Hierbij moeten de opvoeders ruimte geven. Maar het kind moet ook leren, om realistische, beschermende grenzen respecteren.
In de leeftijd van de lagere school leert het kind productief te zijn, en dingen zelf te maken. Het kan plannen en verantwoordelijkheid nemen. Voor een goed ontwikkeld zelfvertrouwen is het belangrijk dat het kind hierbij successen beleeft.
Adolescentie
De adolescentie is de fase waar het om de ego-identiteit gaat. Wie ben ik, hoe hangen de delen van mijn persoon en mijn ervaringen samen en wat wil ik? Dit de leidende vraag in een vaak moeizaam proces. Het gaat erom, een consistente visie op zich zelf en de eigen toekomst te ontwikkelen en de eigen visie ook aan te passen aan de wensen van de maatschappij. Op dit gebied van de identiteitsontwikkeling in adolescentie en vroege volwassenleeftijd (tot ca 24 jaar) wordt –ook in Nederland – nu zeer veel onderzoek gedaan in de voetstappen van Erikson en zijn navolger Marcia.
Erik Erikson spreekt bijvoorbeeld van “Identity diffusion” een toestand van identiteit waarin personen (over het allgemeen adolescenten) in de war zijn over hun doelen, beroepen, genderrollen enz. “Identity diffusion” is een belangrijk onderwerp in verband met diverse vormen van afwijkend gedrag en afwijkende houdingen, dus ook met extremisme en terrorisme. Erikson was zelf geen empirisch onderzoeker, maar zijn theorie heeft tot omvangrijk recent empirisch onderzoek geleid (Isenhardt et al., 2022).
Volwassenheid
In de jonge volwassenjaren tot ongeveer een leeftijd van 40 jaar is het belangrijkste thema de opbouw van intieme relaties met vrienden en/of partner(s).
.Het stadium van zo genoemde “generativiteit” in het midden van het leven (productiviteit, creativiteit, maatschappelijk engagement, zorg voor komende generaties) wordt in recente studies veel onderzocht. Zo ook in de nieuwe studie in Developmental Psychology (zie hieronder). Dit stadium en het concept van generativiteit/productiviteit/betrokkenheid spreekt moderne mensen sterk aan en lijkt goed te verbinden met de populaire denkbeelden van de positieve en humanistische psychologie. Met de humanistische psychologie is Erikson zeker ook verbonden door zijn boek over Gandhi, waar hij zijn psychosociaal model aan de biografie van Gandhi illustreert. Maar Erikson is anders dan hyperpositieve denkers altijd een sociale en maatschappelijke analyticus, en dat bewaart hem voor de uitwassen van een oppervlakkige zelfoptimalisatie.
Wijheid en Integriteit
Het laatste stadium bij oudere mensen is een stadium van ego-integriteit,vrede en wijsheid: integratie van eerdere taken en vrede met zichzelf, acceptatie van het leven en de dood. Ook dit stadium wordt veel onderzocht in de Erikson-gerichte onderzoekstraditie, zo ook in de nieuwe studie van Malone et al.
Integriteit, ook bekend als ego-integriteit, verwijst naar het vermogen van een persoon om op zijn leven terug te kijken met een gevoel van vervulling en voldoening. Kenmerken van integriteit zijn:
Flexibele stadia
Belangrijk is – en dit wordt vaak over het hoofd gezien – dat de stadia van Erikson niet hard en deterministisch zijn, maar vloeiend en variabel. Het is ook niet zo dat een bepaald thema (= innerlijke crisis) strikt aan een bepaalde leeftijd is gebonden. Elke crisis kan ook op andere leeftijden spelen, dit beklemtoont ook Erikson zelf. Maar een bepaald dilemma is het meest waarschijnlijk op een bepaalde leeftijd. Zo spelen identiteitsvragen ook nog op hogere leeftijd, al zijn deze het meest prangend in de adolescentie en jonge volwassenheid.
Nieuw onderzoek
Deze recente studie van Malone et al. gebruikt longitudinale gegevens om te onderzoeken hoe zich de kwaliteit van de gemeten psychosociale ontwikkeling op middelbare leeftijd verhoudt tot cognitief en emotioneel functioneren op latere leeftijd. Ook werd onderzocht of depressie in de tweede helft van het leven hierbij een rol speelt. Deelnemers waren 159 mannen uit een longitudinaal onderzoek naar ontwikkeling bij volwassenen. De psychosociale ontwikkeling (volgens Erik Erikson) werd gemeten op de leeftijd van 30-47 jaren met behulp van interviews. Later werd een neuropsychologische meting uitgevoerd op de leeftijd van 75-85 jaren, die cognitieve status en cognitieve controle alsmede geheugen omvatte. Bovendien werden depressieve symptomen op basis van de Geriatric Depression Scale gemeten.
Resultaten
De resultaten toonen aan dat hogere eriksoniaanse psychosociale ontwikkeling 3 tot 4 decennia later met betere cognitieve functie en controle en minder depressie correleerde. Er werd echter geen relatie tussen eriksoniaanse ontwikkeling en geheugen gevonden. Depressie op hogere leeftijd is hierbij een mediatorvariabele voor de relatie tussen eriksoniaanse ontwikkeling en cognitieve functie. Depressie verklaart dus het verband tussen psychosociale ontwikkeling en cognitieve vaardigheid. Al deze resultaten werden gecontroleerd voor opleidingsniveau en intelligentie. Deze resultaten hebben belangrijke implicaties voor het begrip van de duurzame voordelen van psychosociale betrokkenheid op middelbare leeftijd voor de cognitieve en emotionele gezondheid in het latere leven. Daarnaast kan het zijn dat minder succesvolle psychosociale ontwikkeling depressie bevordert en mensen op het gebied van specifieke cognitieve vaardigheden kwetsbaar maakt.
Malone, Johanna C.; Liu, Sabrina R.; Vaillant, George E.; Rentz, Dorene M.; Waldinger, Robert J. Midlife Eriksonian psychosocial development: Setting the stage for late-life cognitive and emotional health Developmental Psychology, Vol 52(3), Mar 2016, 496-508.
Feiten en meningen
Realiteit, feiten en meningen
In haar column Realiteit, een wankel construct laat psychiater en politica Esther van Fenema zien, dat er een overlap is tussen hallucinaties en waanvoorstellingen van psychiatrische patiënten en van “gezonde” mensen. Inderdaad, waanzin is menselijk. Ook niet-psychotische mensen kennen grenssituaties onder invloed van drugs, alcohol of angst, waar de waarnemingen de realiteit helemaal niet spiegelen.
Lees verder “Feiten en meningen”